Terwijl er begin dit jaar nog een afname was in het aantal vastgoedtransacties, geven recente cijfers aan dat de vastgoedmarkt in België aan een inhaalbeweging is begonnen. Vanaf het derde kwartaal is er een duidelijke kentering merkbaar, extra aangevuurd door de dalende hypotheekrentes. Door dit herwonnen vertrouwen hanteert de vastgoedsector dan ook een positieve outlook voor 2025 met een stijgend aantal transacties.
BIJNA 6 PROCENT MEER VASTGOEDTRANSACTIES DE VOORBIJE ZOMERMAANDEN
In het derde kwartaal van dit jaar werden in Vlaanderen bijna 6 procent meer woningen verkocht ten opzichte van het derde kwartaal in 2023. Ook in vergelijking met het tweede kwartaal van dit jaar is er een toename. Deze positieve cijfers zijn opvallend omdat het derde kwartaal, dat voor een groot deel gelijk valt met de rustige zomermaanden, doorgaans zwakker is qua verkoop. Dat nu net die zomermaanden positieve groeicijfers optekenen is dan ook een duidelijk teken dat de vastgoedmarkt begonnen is aan een inhaalbeweging. Bovendien zorgt deze sterke groei dat de mindere verkoopcijfers van begin dit jaar, ondertussen grotendeels zijn weggewerkt. De afkoeling van de vastgoedmark die in 2023 was ingezet heeft dan ook zijn kantelpunt deze zomer bereikt. Heel wat vastgoedexperts zien dan ook hoopvolle signalen dat de woningmarkt de komende maanden verder zal herstellen.
“ De belangrijkste reden voor de toegenomen vraag ligt hem in het feit dat de hypotheekrentes aan het dalen zijn. Wie vandaag een lening afsluit kan momenteel lenen aan een rente van ongeveer 3 procent, terwijl dit een jaar geleden nog 3,75 à 4 procent was. ”
DALENDE HYPOTHEEKRENTES GEVEN DE VASTGOEDMARKT EXTRA ZUURSTOF
De gemiddelde woningprijs in België bedroeg gedurende de eerste negen maanden van het jaar 329.468 euro, wat overeenkomt met een stijging van 2,1 procent tegenover 2023. Begin dit jaar leken de woningprijzen nog te stabiliseren, maar vooral de laatste drie maanden is de vraag sterk toegenomen waardoor er terug een stijgende curve is. De belangrijkste reden voor de toegenomen vraag naar huizen en appartementen ligt hem in het feit dat de hypotheekrentes aan het dalen zijn. Wie vandaag een lening afsluit met een looptijd van 20 of 25 jaar kan momenteel, onder voorwaarden, lenen aan een rente van ongeveer 3 procent, terwijl dit een jaar geleden nog 3,75 à 4 procent was. Deze dalende rente heeft ervoor gezorgd dat vooral jongeren onder de 30 jaar terug een stuk actiever zijn geworden op de vastgoedmarkt, waarbij ze nu ongeveer 1/3de van het aantal transacties vertegenwoordigen. De afkoeling van de eerste jaarhelft heeft er ook voor gezorgd dat er wat meer ademruimte is ontstaan met hier en daar soms iets meer onderhandelingsruimte.
VERLAAGDE REGISTRATIERECHTEN ZIJN EEN BIJKOMENDE KATALYSATOR Ondanks de federale regering nog niet gevormd is, zit er wel al een nieuwe Vlaamse regering in het zadel, waarbij al snel de aankondiging kwam dat de registratierechten voor de eerste eigen woning vanaf 1 januari 2025 zullen dalen van 3 naar 2 procent. Een positieve evolutie want op een gemiddelde woning in Vlaanderen van 350.000 euro betekent dit al snel een besparing van 3.500 euro. Een bedrag dat voor velen misschien niet het grote verschil zal maken, maar voor sommigen net dat extra duwtje in de rug kan zijn om de stap naar een eigen woning te zetten.
BOUWSECTOR LUIDT DE ALARMBEL OMDAT HET NIEUWBOUWAANBOD DE STIJGENDE VRAAG NIET KAN VOLGEN
Ongeacht het fundamentele herstel op de vastgoedmarkt is er wel nog een onmiskenbaar tweespan merkbaar tussen bestaande woningen en nieuwbouw. Algemeen geven heel wat kopers aan een nieuwbouwpand te prefereren gezien het betere wooncomfort, de energiezuinigheid en een hogere waardevastheid. Toch reflecteert zich dit niet in de cijfers. De verklaring zit hem deels in het aantal vastgoedinvesteerders- of beleggers dat wel terug gestaag groeit, maar zeker nog niet op het niveau zit van 2022. Vastgoedbeleggers vermijden risico’s en hebben daarom een uitgesproken voorkeur voor nieuwbouwpanden. Omdat er momenteel minder investeerders actief zijn, was in de eerste negen maanden van 2024 het aandeel van verkochte nieuwbouwpanden slechts 10 procent, terwijl dit in 2019 nog goed was voor meer dan 20 procent.
De grootste uitdaging zit hem echter niet in de vraagzijde, want de vraag naar energiezuinige nieuwbouwpanden blijft nog steeds bijzonder groot. De hoofdoorzaak van de dalende verkoop in nieuwbouwpanden situeert zich vooral in de aanbodzijde waarbij er het voorbije jaar een pak minder vergunningen zijn toegekend voor nieuwbouwprojecten. Projectontwikkelaars willen wel degelijk de stijgende vraag vanuit de markt beantwoorden, maar stoten meer en meer op zeer lange vergunningstrajecten en een steeds complexer wordende regelgeving. De bouwsector pleit bij de nieuwe beleidsmakers dan ook voor een korter vergunningsparcours met een grotere rechtszekerheid, een beter wetgevend kader en een sterk vereenvoudigde reglementering. Op die manier kan de bouwsector het nieuwbouwaanbod opnieuw gradueel verhogen met een gezonder evenwicht tussen vraag en aanbod, waardoor de verkoopprijzen de komende jaren niet dreigen te ontsporen.