Om bovenstaande titel in de juiste context te plaatsen steken we van wal met een tot de verbeelding sprekend cijfer. In het kielzog van de Corona-pandemie en het uitrollen van allerhande ondersteuningspakketten zijn de overheidsschulden van de ontwikkelde landen eind 2020 opgelopen tot een duizelingwekkende 60.000 miljard dollar. Op papier kunnen overheden niet failliet gaan op voorwaarde dat ze zich goedkoop kunnen blijven financieren.
Alle centrale banken, met in Europa de ECB of Europees Centrale Bank, staan klaar met een gigantische bazooka om de overheden en de markten te voorzien van het nodige geld. In dit artikel dompelen we u onder in deze nieuwe realiteit. Een realiteit waarin de traditionele spaarder verliest en de inflatiebestendige vastgoedinvesteerder wint.
Ultra lage rente en stijgende inflatie zijn de medicijnen
Inflatie of geldontwaarding is een stijging van het algemene prijspeil in een economie. De inflatie wordt doorgaans berekend als de prijsstijging van een ‘mandje’ van gangbare consumptieartikelen over de periode van een jaar, uitgedrukt als een percentage. Momenteel groeit de consensus dat de gigantische schuldenberg van de overheden op twee manieren terug onder controle kan komen. Enerzijds moeten de centrale banken gedurende lange tijd de rente kunstmatig laag houden zodat de overheden zich kunnen financieren met quasi ‘gratis’ geld. Anderzijds moet door de combinatie van deze ultra lage rente en het massaal bijdrukken van geld de jaarlijkse inflatie verder aangewakkerd worden. De redenering hierbij is simpel. Als het leven duurder wordt over het verloop van tijd zal de historische schuld voor een deel automatisch ‘verdampen’. We illustreren dit met een eenvoudig voorbeeld. Als u nu begin 2021 honderd euro zou lenen en het leven wordt gedurende vijf jaar gemiddeld drie procent duurder dan ‘weegt’ die honderd euro schuld binnen vijf jaar procentueel minder zwaar door in uw budget. Hoe hoger de jaarlijkse inflatie dus, hoe beter dit is voor de schulden van het verleden.
De negatieve gevolgen van prijsinflatie
Een groeiende inflatie laat dus historisch schulden jaar na jaar een stukje wegsmelten als sneeuw voor de zon. Deze medaille heeft echter ook een donkere keerzijde want prijsinflatie heeft ook tot gevolg dat sparen minder aantrekkelijk wordt. Prijsinflatie zorgt er dus niet alleen voor dat historische schulden een stukje verkleinen. Ook uw spaarcenten zullen over verloop van tijd een stukje ‘verdampen’ omdat de koopkracht van uw spaargeld immers jaar na jaar zal krimpen. Inflatie benadeelt dus de spaarders maar is wel gunstig voor schuldenaren. Vroeger werd dit probleem gedeeltelijk opgelost door de beloning die u kreeg van uw bank om te sparen. U ontving twee of drie procent rente op uw spaarcenten. Deze spaarrente was iets groter dan de gemiddelde inflatie dus uw spaargeld groeide ongeveer mee met de jaarlijkse prijsinflatie. We verduidelijken opnieuw met een eenvoudig voorbeeld. Begin jaren 2000 kreeg u voor elke honderd euro spaarcenten drie procent spaarrente. Uw honderd euro was dus op het einde van dat jaar 103 euro geworden. De inflatie was twee euro dus u had nog steeds één euro ‘winst’ op uw spaargeld. Nu in 2021 ontvangt u voor honderd euro spaarcenten 0,11 procent rente. Uw honderd euro is dus op het einde van het jaar met een schamele 11 eurocent gegroeid. Als u echter weet dat de jaarlijkse inflatie gemiddeld twee procent bedraagt dan bent u eigenlijk armer geworden door te sparen. Het zal u niet verwonderen dat bij een grote groep spaarders langzaam maar zeker het besef doordringt dat inflatie op die manier eigenlijk een verborgen belasting is voor de conservatieve en trouwe spaarder.
Meer en meer spaarders zetten hun centen om in bakstenen
Wakkere spaarders beseffen dus dat het effect van de historisch lage rente en inflatie dubbel is. Als spaarder verlies je en als schuldenaar win je. Meer en meer spaarders activeren daarom hun spaarcenten in allerhande beleggingen op zoek naar rendement. Dat geld lenen nog nooit zo goedkoop was zorgt hierbij voor een bijkomende katalysator. In België investeren spaarders momenteel hun geld op grote schaal in vastgoed. Niet alleen wordt het spaargeld ingezet voor een eigen woning. Wie kapitaalkrachtig is, investeert ook een deel van zijn spaarcenten in combinatie met een goedkope lening in beleggingsvastgoed. Beleggingsvastgoed stijgt jaarlijks in waarde en is dus grotendeels inflatiebestendig. Bovendien zijn de potentiële huuropbrengsten een stuk hoger dan het rendement van 0,11 procent op een spaarboekje. De beste remedie om het dreigende inflatiespook te verslaan is dus investeren in vastgoed.